Tickets
Tuesday to Sunday
11 AM - 5 PM
Contrast

De magnetische tijd

De magnetische tijd

Boomgaard, J
Rutten, B
Bellinkx, R
Mechelen, M van
Driel, A van

Boomgaard, J
Rutten, B
Bellinkx, R
Mechelen, M van
Driel, A van

nl
2003
Boek; 192 p ill
Met lijst technische termen - Met register - Met bio- en bibliografie. - Ook verschenen als Engelse editie: The magnetic era : Video Art in the Netherlands 1970-1985
Located in: VIDEOKUNST; NEDERLAND; 1970-1985
VUBIS: 2:64012

Description

Publicatie naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van het Nederlands Instituut voor Mediakunst, Montevideo/Time Based Arts te Amsterdam. Sinds 1965 kent video een plaats binnen het domein van de beeldende kunst en sindsdien heeft ze zich ontwikkeld tot een van de meest gebezigde vormen van kunst. Na de succesvolle introductie in de Verenigde Staten volgde Europa op enige afstand. Nederland speelde daarbij een voortrekkersrol, zeker ten aanzien van de opzet van facilitaire werkplekken van deze nieuwe kunstvorm, met internationaal gerenommeerde instellingen als Het Lijnbaanscentrum, de Jan van Eijck Akademie, MonteVideo en De Appel. Het videokunstcircuit dat in Nederland ontstaan is, bestond en bestaat uit een eigenzinnige kruisbestuiving van lokale en internationale tendensen. In de periode van begin jaren zeventig tot en met halverwege de jaren tachtig wordt het nieuwe medium gestaag volwassen. Kunstenaars ontdekken de creatieve mogelijkheden van video, experimenteren met de documentaire zeggingskracht, maar moeten hun keuze ervoor verdedigen tegenover de kunstwereld, die nog niet ingesteld lijkt te zijn op deze nieuwe vorm van kunst. De langzame integratie van nieuwe, eenvoudigere en goedkopere montagetechnieken in het productieproces maakte uiteindelijk voor de videokunst de weg vrij voor de assimilatie in de kunstwereld: vanaf de jaren negentig manifesteert videokunst zich als vanzelfsprekend binnen het beeldende-kunstdomein. De ontwikkeling van videokunst kan vanuit allerlei perspectieven worden belicht. Er is hier niet gekozen voor een strikt chronologische volgorde, maar voor een thematische aanpak. Verschillende auteurs belichten de specifieke deelgebieden. Met een toegankelijke, wetenschappelijke benadering van de videokunst richt het boek zich op een breed, geïnteresseerd publiek van kunstenaars en kunstliefhebbers. In negen hoofdstukken schetsen tien verschillende auteurs, over het algemeen kunsthistorici gespecialiseerd in mediakunst, een overzicht van de pioniersjaren van de videokunst in Nederland. Ook de periode daarna komt (zij het wat beknopter) ter sprake. In de jaren zeventig zetten videokunstenaars zich vaak af tegen het medium televisie, in de jaren tachtig kreeg onder invloed van de videoclip het narratieve element meer ruimte, in het afgelopen decennium heeft de digitalisering zijn weerslag gehad op deze kunstvorm