Tickets
Dinsdag t/m zondag
11:00 - 17:00 uur
Contrast

De Verzameling deel V : Het begin : Aanwinsten uit de periode 1936-1946

https://mediabank.vanabbemuseum.nl/vam/files/alexandria/publiciteit/zaaloverzichten/1999/verzameling_5/sluijters01.jpg
https://mediabank.vanabbemuseum.nl/vam/files/alexandria/publiciteit/zaaloverzichten/1999/verzameling_5/guercino01.jpg
https://mediabank.vanabbemuseum.nl/vam/files/alexandria/publiciteit/zaaloverzichten/1999/verzameling_5/schuhmacher01.jpg
https://mediabank.vanabbemuseum.nl/vam/files/alexandria/publiciteit/zaaloverzichten/1999/verzameling_5/199957.jpg
+2
Schröder, Sierk
Slager jr., Pieter J.
Kelder, Toon
Guercino
Ritsema, Coba
Jurres, Johannes Hendricus
Briët, Arthur
Dolphijn, Victor
Heijenbrock, Herman
Molenaar, Jan Miense
Wijngaerdt, Piet
Wiegman, Matthieu
Israëls, Isaac
Sluijters, Jan
Eversen, Johannes Hendrik
Nijland, Dirk
Dooyewaard, Jacob
Schumacher, Wim
Meyer, Sal
Gestel, Leo
Vaes, Walter
Westendorp-Osieck, Betsy
Colnot, Arnout
Bies, Martinus Johannes
Mooy, François Albertinus
Permeke, Constant
Vreedenburgh, Cornelis
Paes, Willy
Eyck, Charles
Schaap, Egbert Rubertus Derk
Bekman, Hubert
Plas, Wim van de
Dijck, Albert van
Maks, Cornelis Johannes
Van 13-11-99 tot 09-01-00

Collectiepresentatie - Opmerkingen: Locatie : Vonderweg - Met documentatie

Tijdens de tentoonstelling van Edy de Wilde in het oude Van Abbemuseum, wordt in het tijdelijke museumgebouw een keuze getoond uit wat wel de basisverzameling is genoemd: de werken afkomstig van Henri van Abbe, de stichter van het museum, en hetgeen door de eerste directeur, dr. W.J. Visser, daaraan werd toegevoegd in de jaren direct voor en direct na de Tweede Wereldoorlog. Henri Jacob Van Abbe (1880 - 1940) was fabrikant van de Karel I sigaren in Eindhoven en enthousiast verzamelaar van beeldende kunst. Hij had een grote voorliefde voor het Nederlandse en Vlaamse expressionisme en kocht werken van Constant Permeke, Gust De Smet, Kees van Dongen, Jan Sluyters en Isaac Israëls, kunstenaars die hij meestal ook persoonlijk kende. Eindhoven was in die tijd, rond 1920, vergroot door de vijf omliggende dorpen erbij te voegen en Van Abbe ontwikkelde in het begin van de jaren dertig het idee om dit nieuwe Groot Eindhoven een museum voor moderne kunst te schenken. Architect Kropholler werd aangetrokken om het gebouw te ontwerpen, en in 1936 werd het Van Abbemuseum feestelijk geopend. De eerste directeur was de jonge kunsthistoricus dr. W.J.A. Visser (1904) die werd aangesteld voor twee dagen per week. Vanaf september 1937 combineerde hij deze functie met die van gemeentearchivaris. Het voltallige personeel van het museum bestond verder uit één conciërge, die in het souterrain van het museum woonde. Visser omschreef het doel van het museum als volgt: "Het doel van het Museum is het vormen van een collectie hedendaagsche kunst, waarbij vanzelfsprekend aan de werken van de Nederlandsche kunstenaars een passende plaats zal worden toegekend." Het nieuwe museum moest er in zijn ogen naar streven een meer dan lokaal belang te krijgen en zich een plaats te verwerven temidden van de drie Nederlandse musea voor moderne kunst: het Stedelijk Museum in Amsterdam, museum Boijmans in Rotterdam en het Haags Gemeentemuseum. Meer dan het begin van zijn museum heeft Henri van Abbe niet mee kunnen maken. Hij stierf in 1940. De Eindhovense ambities waren, zeker gezien de geringe budgetten die ter beschikking werden gesteld, zeer hooggespannen. Al zeer snel moest de realisering ervan voorlopig worden uitgesteld door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Visser weigerde te voldoen aan de eisen die het NSB-gezag aan het museum stelde en trad af. Na de oorlog werd hij wederom aangesteld, maar in 1946 aanvaardde hij de functie van directeur van Rijksmonumentenzorg. Niettemin bracht hij voor het museum een aantal werken bijeen van voornamelijk Nederlandse en Belgische kunstenaars. Daaronder zijn belangrijke werken van kunstenaars als Isaac Israëls, Carel Willink en Jan Sluyters, maar ook bijvoorbeeld een zeventiende eeuws Italiaans schilderij dat vroeger aan Guercino werd toegeschreven. Uit deze bonte verzameling is nu een keuze gemaakt en deze tentoonstelling, gecombineerd met die van De Wilde, laat het publiek zien hoe de collectie van het museum is ontstaan