Tickets
Dinsdag t/m zondag
11:00 - 17:00 uur
Contrast

Deviant Practice : OWNNOW René Daniëls

https://mediabank.vanabbemuseum.nl/vam/files/alexandria/publiciteit/zaaloverzichten/2017/ownnow/_DSC4563.jpg
https://mediabank.vanabbemuseum.nl/vam/files/alexandria/publiciteit/zaaloverzichten/2017/ownnow/_DSC4566.jpg
https://mediabank.vanabbemuseum.nl/vam/files/alexandria/publiciteit/zaaloverzichten/2017/ownnow/_DSC4572.jpg
Daniëls, René
Van 08-07-17 tot 03-09-17

Onderzoeksprogramma's - Opmerkingen: Locatie: B2 07. - Selectie door Sara Giannini als onderdeel van haar onderzoeksproject 'Can We Talk About Art with Aphasic Tongues? Archiving on Unknown Languages' in de context van het Deviant Practice onderzoeksprogramma. - Met documentatie

OWNNOW bevat een selectie van tekeningen en schilderijen uit het archief van de Stichting René Daniëls, waarvan een groot deel is ondergebracht in het Van Abbemuseum. De tekeningen komen uit een tijdsspanne van meerdere decennia en zijn in verschillende stadia van voltooiing. Veel van de tekeningen zijn nog nooit eerder vertoond. De presentatie volgt Daniëls' verstrooiing van betekenis, identiteit en tijd, om zo de lineariteit van het archief op losse schroeven te zetten. Oud en nieuw bestaan naast elkaar en de grens tussen verleden en toekomst vervaagt, waardoor ons begrip van geschiedenis complexer wordt. De tekeningen vormen de basis van een serie van workshops die door Giannini georganiseerd zijn in samenwerking met performance kunstenaars Mercedes Azpilicueta en Stav Yeini. Hierin werd geëxperimenteerd met verschillende vormen van taal en interpretatie. Vanaf 8 juli zijn in deze tentoonstelling naast de tekeningen van Daniëls ook de resultaten van deze workshops te zien. Het archief van René Daniëls is een schoolvoorbeeld van de paradoxen en tegenstrijdigheden die eigen zijn aan het archiveren als handeling waarmee iets naar een onveranderlijk en eeuwigdurend verleden wordt verbannen. Daniëls was pas 37 jaar oud en op het toppunt van zijn artistieke carrière toen hij in 1987 een hersenbloeding kreeg, waardoor hij niet meer kon schilderen of spreken. Veel van wat in zijn atelier werd aangetroffen, werd in de Stichting René Daniëls ondergebracht en in het Van Abbemuseum gearchiveerd. Het archief is een mix van tekeningen, schetsen, notities en schilderijen met en zonder titel, met en zonder datum, voltooid en onvoltooid, wat leidt tot vragen over artistieke legitimiteit en authenticiteit. Het onderliggende kunsthistorische discours draait om een gewelddadige breuk in het archiveren zelf die de roeping heeft compleet, definitief en eindig te zijn. Met haar project wil Giannini dit narratief problematiseren en de logica van het archiveren op losse schroeven zetten. Het uitgangspunt voor deze breuk vormt een tekening van René Daniëls die ze in het archief vond. In deze tekening lijken de woorden ’oud’ en ‘nieuw’ op het eerste gezicht door een lijn van elkaar gescheiden, maar komen uiteindelijk samen in een ingewikkeld patroon van bakstenen. Deze onverwachte vondst dwong Giannini het archief te zien als een vergaarbak van ‘tijdelijkheden’ in plaats van iets dat opgesloten zit in het verleden. Ze ging twijfelen aan de oorzakelijkheid tussen verleden en toekomst die zo typerend is voor een chronologische opvatting over tijd en vroeg zich af: kan de toekomst het verleden creëren en herscheppen? Vanuit de toekomst bezien ontwricht het artistieke oeuvre van Daniëls alle vooronderstellingen over het archiveren van zijn oeuvre. Zijn complexe en mysterieuze werk weeft een theorie van het onvoltooide en het oneindige, doordat hij ruimte, tijd en taal humoristisch benadert. Veel tekeningen en schilderijen kunnen we interpreteren als een meta-kritische reflectie op kunstgeschiedenis en museologie, die de mythe van chronologie en transparantie ontkracht. In de tekeningen van Daniëls verandert taal in beeldspraak. In relatie tot het visuele teken is taal associatief en dissociatief, altijd verwijzend. Taal manipuleert vaak de manier waarop ruimte en tijd worden uitgedrukt en opent zo de gesloten deuren naar alles wat ‘al gearchiveerd’ was. Vanuit dit perspectief kunnen we misschien de reeks ‘hystoria mysteria’ interpreteren, de woordpaden, de vele sloten en deuren, de beroemde vlinderdassen die zelf tentoonstellingsruimten binnen tentoonstellingsruimten zijn, in een eindeloos spel van spiegelingen. Daniëls bleef aan zijn schilderijen werken, laag na laag, zelfs nadat ze al tentoongesteld waren. Hij veranderde ook hun titels om ze te onttrekken aan de mogelijke valstrik van afbakening en eindigheid. In die zin is elke René Daniëls een hedendaagse René Daniëls, zonder titel en onvoltooid. René Daniëls spreekt tot ons vanuit de plooien van de geschiedenis