De reis van Balot
Een symbolische schakel tussen plantages en kunst
Eind 2024 opent het Congolese kunstenaarscollectief CATPC de tentoonstelling Two Sides of the Same Coin in het Van Abbemuseum. Onderdeel van deze expositie is de voorouderlijke sculptuur Balot. De afgelopen tien jaar zat het beeld ‘opgesloten’ in de collectie van het Virginia Museum of Fine Arts in de Verenigde Staten. Na een jarenlange strijd lukte het CATPC dit jaar om Balot als bruikleen tijdelijk terug te halen naar de voormalige palmolieplantage in Lusanga, Congo. CATPC-leden Matthieu Kasiama en Ced’art Tamasala vertellen over het belang van de doorreis van het object naar Eindhoven: “Via Balot kan een breder publiek ervaren hoe plantages en de kunstwereld met elkaar verweven zijn.”
De oorsprong in Congo
Een onbekende Congolese kunstenaar maakte de houten sculptuur in 1931. Het stelt Maximilien Balot voor, een Belgisch koloniaal bestuurder in Congo. Eerder dat jaar werd hij door plantagearbeiders vermoord als verzet tegen het gewelddadige gedrag van de Belgische overheersers. Bij de represailles die volgden, werden honderden Congolezen gevangen, gemarteld en vermoord. Tamasala: “De sculptuur van Balot had in eerste instantie een functioneel doel. Het diende als object om de boze geest van Maximilien Balot te bedwingen en zo de lokale gemeenschap te beschermen tegen het plantageregime. Nu is het een symbolisch object: een teken van verzet tegen koloniale macht.”
In een Amerikaanse collectie
Het beeld van Balot verdween en bleef verborgen tot 1972, toen een Amerikaanse verzamelaar het in Congo (Kwilu) aanschafte. Later, in 2015, verkocht hij het aan het Virginia Museum of Fine Arts in Richmond, in de Verenigde Staten. Daar is het sindsdien onderdeel van de museumcollectie. CATPC streed drie jaar om Balot als bruikleen terug naar Lusanga te halen. Ondanks dit moeizame proces, ziet het collectief de bruikleen als een opening. Tamasala: “We zijn blij dat een samenwerking en dialoog als deze nu wél mogelijk is. Er is een nieuwe generatie museumprofessionals die graag op een betere manier met het verleden wil omgaan en uitwisselingen als deze wil faciliteren.”
Hereniging in Lusanga
In 2024 werd Balot als onderdeel van de Nederlandse inzending voor de 60ste Biënnale van Venetië, na ruim een halve eeuw, herenigd met de mensen van de voormalige palmolieplantage in Lusanga. “Door de terugkeer van Balot kan de gemeenschap zich opnieuw verbinden met zijn geschiedenis en zijn verzet,” legt Tamasala uit. “Het geeft ons richting, herstelt het evenwicht en corrigeert het onrecht uit het verleden.” CATPC presenteerde het beeld in een ‘White Cube Museum’. Daarmee verwijst het collectief naar eurocentrische musea wereldwijd met een mogelijk verleden van dwangarbeid op plantages. Instellingen die kunst gemaakt door (voormalig) plantagearbeiders vaak onvoldoende erkennen. Via een livestream was Balot gelijktijdig ook te zien in het Nederlands paviljoen op de Biënnale van Venetië.
Doorreis naar Eindhoven
Op verzoek van CATPC ging Balot na de Biënnale van Venetië niet direct terug naar het Virginia Museum of Fine Arts. “Wij zien graag de sculptuur publiekelijk tentoongesteld,” vertelt Tamasala. “Zeker in een plek als het Van Abbemuseum die eerlijk is over zijn wortels in het kolonialisme.” Daarmee slaat CATPC een brug tussen de plantages in Lusanga, Congo, en die in Deli, Indonesië. Op die laatste kocht Henri Van Abbe zijn tabak. Met zijn verdiensten uit de sigarenhandel richtte hij het Van Abbemuseum op en kocht de collectie aan.
Wereldwijd netwerk
“De gemene deler van ons collectief en het Van Abbemuseum zijn de plantages,” vertelt Kasiama. “Het is niet zo dat Balot de verbinding tussen die plantages in Congo en Indonesië maakt. Die connectie was er altijd al, al lang voordat wij geboren waren. Het is nu aan ons om die bestaande verbinding te herinterpreteren.” CATPC hoopt dan ook dat Balot de verschillende verhalen van verzet kan samenbrengen in een groeiend wereldwijd netwerk. Tamasala: “Door het presenteren van Balot in de tentoonstelling Two Sides of the Same Coin, kan een breder publiek ervaren hoe plantages en de kunstwereld – niet alleen hier maar wereldwijd – met elkaar verweven zijn.”
Zegen van Indonesië
Maar voordat CATPC het beeld van Balot in Eindhoven presenteert, brengen een aantal leden van het collectief een bezoek aan gemeenschappen van plantagearbeiders in Indonesië. Kasiama: “Het is eervol dat het Van Abbemuseum bewust is van de connectie tussen zijn koloniale geschiedenis en de huidige positie als succesvolle westerse kunstinstelling. Daarom gaan we met de mensen in Deli, Indonesië, in gesprek en vragen we hun zegen voor onze tentoonstelling in Eindhoven.” Tamasala vult aan: “Het gaat erom dat we verhalen vertellen mét elkaar, in plaats van áán elkaar. Zo consolideren we het netwerk van solidariteit.”