Compositie XXII
Beschrijving
Compositie XXII van Theo van Doesburg bestaat uit negen rechthoekige vlakken: een rood, een okergeel, een blauw, twee witte, twee zwarte en twee grijze. De vlakken staan in een bepaalde maatverhouding tot elkaar. Het schilderij is bijna vierkant, ongeveer 45x45cm.
Van Doesburgs vorm- en kleurgebruik in Compositie XXII is in overeenstemming met de uitgangspunten van het neoplasticisme. De aanhangers van deze stroming streven naar het blootleggen van universele waarden. Inzichtelijke kunst, waarin begrippen als harmonie en evenwicht centraal staan, zien zij als model voor een betere samenleving. In 1917 richt Van Doesburg het tijdschrift De Stijl op. Hierin komen kunstenaars, architecten en schrijvers aan het woord die zoeken naar nieuwe kunstvormen met een universele waarde. Ze maken gebruik van abstracte vormen en beperken zich tot rechte lijnen en rechte hoeken. Hun palet bestaat uit de primaire kleuren rood, geel en blauw, en de niet-kleuren wit, grijs en zwart. Van Doesburg gaat enigszins vrij met deze uitgangspunten om. Het gele vlak in 'Compositie XXII' is niet primair geel, maar okergeel.
Naast schilder is Van Doesburg ook architect, typograaf, vormgever en dichter. In Compositie XXII wordt zijn interesse in architectuur voelbaar. De vlakken worden niet begrensd door lijnen zoals bij Mondriaan; ze staan ook niet los op een ondergrond zoals bij van der Leck; ze worden direct tegen elkaar geplaatst.,Door verschillen in kleur en toon ontstaat er een spel van vlakken die ten opzichte van elkaar wijken of naar voren komen. Van Doesburg streeft naar een ruimtelijke werking van het schilderij naar voren, waardoor de toeschouwer zich in het schilderij waant. , ,